A20031 Ouders versterken in het realiseren van een stimulerende thuiscontext voor de schoolloopbaan van hun kind

Een kind dat in een gezin opgroeit, put vanzelfsprekend uit het voorhanden zijnde gezinskapitaal dat bestaat uit het financieel kapitaal, sociaal kapitaal, cultureel kapitaal, gezondheidskapitaal en het psychologisch kapitaal. Met de hulp van een schoolopbouwwerker versterken we ouders binnen de thuiscontext zodat het gezinskapitaal verhoogt. Dit doen we door ouders maximaal te informeren over het onderwijsgebeuren en de verwachtingen die het onderwijs ten aanzien van hen heeft. Ook willen wij ouders hun school-gerelateerde administratieve competenties helpen verhogen, ondersteunen we hen bij het digitaal aanmelden en het gebruik van smartschool. We bestrijden sociale onderbescherming, leiden actief toe tot het vrijetijdsaanbod, onderzoeken hun recht op financiële tegemoetkomingen en verwijzen door naar hulp- en dienstverlening waar nodig.
Status
ContinuStand van zaken (toelichting)
ONDERWIJSOPBOUWWERK BASISONDERWIJS
Zie A20030
ONDERWIJSOPBOUWWERK SECUNDAIR ONDERWIJS
Vanuit de PSP-analyse werd het thema school- en studiekeuze als één van de focuspunten naar voren geschoven. De eerste focus binnen het voorgestelde project ligt op de overstap van basisonderwijs naar secundair: kwetsbare ouders en leerlingen kennen het onderwijssysteem niet altijd voldoende. We spreken dan zowel over het leerniveau, als over doorgroeikansen, toekomstperspectieven en beroepskeuzes die eraan vasthangen. Leerlingen komen op die manier meermaals terecht in een moeilijk schoolparcours dat niet voldoende aansluit bij hun talenten en competenties. Ouders én leerlingen breed informeren over het onderwijssysteem, mogelijke richtingen en toekomstmogelijkheden kan al een groot deel van deze mismatches vermijden. Omwille van de stopzetting van de samenwerking met de toenmalige externe partner werd dit project niet verder uitgewerkt voor het secundair onderwijs. In het schooljaar 2023 - 2024 werd de overgang van basis naar secundair onderwijs wel opgenomen als focuspunt binnen het onderwijsopbouwwerk basisonderwijs (zie A20020).
Sinds september 2024 werd de draad door de nieuwe onderwijsopbouwwerker secundair via vzw Lejo, terug opgepikt.
Doorheen het schooljaar kwam de onderwijsopbouwwerker op verschillende manieren in contact met ouders: via oudercontacten, infomomenten, doorverwijzingen van het Huis van het Kind, enzovoort. Een veel voorkomende hulpvraag betrof huiswerkbegeleiding voor jongeren in het secundair onderwijs. De kostprijs van begeleiding aan huis bleek voor veel gezinnen in een maatschappelijk kwetsbare situatie echter een te hoge drempel.
Om deze signalen beter te begrijpen en te beantwoorden, werden twee kleinschalige proefprojecten opgestart:
- Individuele begeleiding van één gezin aan huis: De begeleiding van het betrokken gezin startte in december 2024. De onderwijsopbouwwerker vergezelde de ouders naar het oudercontact en trad daarbij op als brugfiguur tussen gezin en school. In de kerstvakantie volgden enkele huisbezoeken waarbij ondersteuning werd geboden bij het lezen en maken van schooltaken. Gaandeweg groeide het wederzijds vertrouwen. De eerste contacten waren vooral schoolgericht, maar al snel begonnen de jongeren zélf de onderwijsopbouwwerker te benaderen met uiteenlopende vragen — niet alleen over huiswerk, maar ook over vrijetijdsbesteding. De vertrouwensband werd traag opgebouwd, maar bleek essentieel om de betrokkenheid van de jongeren te vergroten. Dankzij deze vertrouwensrelatie gaven de ouders toestemming voor hun zoon om deel te nemen aan de voetbalwerking, mede omdat zij wisten dat de onderwijsopbouwwerker daar aanwezig was. Later begon ook de zus mee te komen, in eerste instantie om haar broer te brengen, maar ze bleef steeds langer. Voor haar werd het contactmoment met de onderwijsopbouwwerker een veilige ruimte om te praten over school, vrienden, uitdagingen en persoonlijke vragen. Na vijf maanden van regelmatige, informele contactmomenten, besloten beide jongeren ook deel te nemen aan het aanbod in de Hangout. Op die manier groeide de betrokkenheid van het gezin vanuit een vertrouwensrelatie, en werden er op natuurlijke wijze bruggen gebouwd naar bredere vrijetijdsbesteding en netwerkversterking. Opvallend is dat beide jongeren, door hun positieve ervaringen, onbewust uitgroeiden tot ambassadeurs van verschillende onderdelen van de LEJO-werking. De zoon bracht vrienden mee naar de huiswerkklas en het voetbalaanbod, terwijl de dochter andere meisjes uit haar netwerk wist toe te leiden naar het vrijetijdsaanbod. Hun enthousiasme en deelname verlaagden de drempel voor andere jongeren om ook aansluiting te vinden, waardoor het bereik en de impact van het project verder toenam – niet via formele werving, maar via vertrouwen, relatie en peer influencing. Deze casus illustreert hoe een langdurige, laagdrempelige aanpak jongeren kan versterken én mobiliseren als brug naar hun omgeving.
- Opstart van een huiswerkklas op de campus van de eerste graad van het Leonardo college: De huiswerkklas werd opgestart in het tweede semester en vond plaats op maandag van 15u30 tot 16u20. Leerlingen uit de eerste graad werden – op basis van aanbevelingen van de leerlingbegeleiding – uitgenodigd om deel te nemen, maar hun deelname was vrijblijvend. Deze keuze is gemaakt om te vermijden dat de onderwijsopbouwwerker als een klassieke leerkracht zou worden gepercipieerd. Door geen verplichting op te leggen, behouden leerlingen de ruimte om zélf te kiezen of en wanneer ze de interactie willen aangaan. Dit past binnen de bredere visie van de onderwijsopbouwwerker: een begeleidende, ondersteunende rol opnemen, los van het formele lesgeven. Deze duidelijke rolafbakening helpt bij het opbouwen van vertrouwen en verlaagt de drempel om hulp te zoeken. De focus lag op het aanbieden van een rustige, warme plek waar leerlingen zelfstandig konden werken en vragen durfden stellen. Van bij aanvang werd duidelijk gemaakt dat de onderwijsopbouwwerker geen leerkracht is. Er werd geen les herhaald, maar wél ondersteuning geboden bij het zoeken naar oplossingen. Wanneer een leerling vastzat, werd een eenvoudig stappenplan gehanteerd: samen zoeken naar antwoorden in het handboek, alternatieve hulpbronnen verkennen (klasgenoot, computer), indien nodig, samen een mail opstellen naar de vakleerkracht. Via deze aanpak werd niet alleen ingezet op onmiddellijke hulp, maar ook op het versterken van de zelfredzaamheid van leerlingen in hun leerproces.
Na enkele sessies werd geëvalueerd. Omdat de opkomst eerder beperkt bleef, werd de huiswerkklas opengesteld voor alle leerlingen van de eerste graad én hun ouders. De communicatie verliep via Smartschool: de onderwijsopbouwwerker stuurde een uitnodiging naar zowel leerlingen als ouders. Met deze uitbreiding werd niet alleen gepoogd meer leerlingen te bereiken, maar ook het contact met ouders te versterken. Deze aanpak leverde al eerste resultaten op: verschillende ouders namen zelf contact op met de onderwijsopbouwwerker met vragen of bezorgdheden rond de schoolloopbaan van hun kind. Eén moeder besloot zelfs haar zoon te vergezellen naar de huiswerkklas, wat het belang van laagdrempeligheid en persoonlijk contact nogmaals onderstreepte. Door ouders actief te betrekken, wordt het partnerschap tussen gezin en school tastbaar gemaakt en ontstaat er ruimte voor wederzijds begrip en samenwerking.
Zie ook A20030.